Minsk in een slakkentempo
Door: Mitra
Blijf op de hoogte en volg Mitra
20 Augustus 2007 | Wit-Rusland, Minsk
Privjet allemaal! Het was even wachten, maar de dagen vliegen vanzelfsprekend voorbij. Het leven als couchsurfer is druk, maar ontzettend leerzaam. Ik neem jullie mee in een flash-back van een paar dagen geleden:
Met Ira spreek ik af bij Lido, een Litouws self-service restaurant. Ik heb geen idee hoe ik haar moet herkennen, maar ga rustig op het stoepje voor de ingang zitten en bestudeer mijn plattegrond. Dan krijg ik een sms-je. ‘Is it you with the map?’. Het is Ira, ze staat al een tijdje recht voor mijn neus. Ze heeft de Duitser Toby meegebracht en we gaan naar binnen om ons dienblaadje te vullen met heftige blini’s en vermayonaiseerde salades. Toby komt uit Bremen en is al een poosje in Minsk om aan het taleninstituut Russisch te leren. Ira werkt voor een bedrijf dat bouwplannen ontwikkelt voor steden in Venezuela. Omdat ze goed Spaans spreekt, leidt ze mannen in pakken uit het Zuid-Amerikaanse land rond wanneer die op bezoek komen in Belarus. Leuk politiek detail is dat het staatsbedrijf ook samenwerkt met een Iraans bedrijf. Ira is er lacherig sceptisch over: ‘we are all friends you know, only Cuba and North-Korea are missing’.
We eten en praten. Ira wil graag weten waarom ik Belarus bezoek en is vanaf het begin scherp in haar cynisme. De stereotypen over haar land wil ze snel ontkrachten. Ze heeft dit duidelijk eerder gedaan. Via CS en HC heeft ze vaker buitenlanders gehost, die allemaal dezelfde reden hebben voor hun komst naar Belarus. Omdat het de ‘laatste dictatuur van Europa’ zou zijn, en dat willen ze wel eens met eigen ogen zien. Ook ik kan weinig andere redenen bedenken voor mijn bezoek, maar probeer toch niet te veel te voldoen aan haar beeld van buitenlanders.
Dan ontmoeten we Vadimir, een vriend van Ira. Vad is een computerprogrammeur voor een ‘privat company’, zijn baas zit in de VS en hij werkt online aan scripts van iets zeer ingewikkelds. Met zijn allen vertrekken we met onbekende bestemming de stad in. Wat gaan we doen? ‘We’ll just walk somewhere’, schijnt de meest gebruikelijke omschrijving te zijn voor een avondje uit.
Er is weinig te doen in Minsk, en alles gaat er in een slakkentempo. We spreken meestal af bij een of ander metrostation, we lopen een half uur naar de dichtstbijzijnde supermarkt, we kopen een biertje, lopen een half uur naar het dichtstbijzijnde park, waar we gaan zitten op een bankje (en niet op de leuning of op de grond of op het gras, een neiging die voor mij moelijk te onderdrukken is).
Vadimir, Toby en ik zitten zodoende op één van de bankjes in het park. Vadimir vertelt over de verkiezingen van vorig jaar. Hij liep een avond mee in een demonstratie toen de politie de boel kwam opruien. Zijn sportleraar zou trots op hem zijn geweest, zo hard kon hij rennen toen de groep uiteen werd gedreven door politieagenten met stokken. Hij rende naar het huis van een vriend, waar hij met zijn vrienden wachtte tot de rust was teruggekeerd in de straten van Minsk. Hij lacht erom. Hij had die avond toch niets te doen, en vond het wel spannend. Maar echt gedreven is hij niet. ‘Het heeft toch geen zin om te demonstreren, de meerderheid zal altijd achter ‘our man’ staan’. De naam van de president valt overigens geen enkele keer in het openbaar. ‘Our man’, zo wordt meneer Loekashenko genoemd.
Het is moeilijk te vatten wat de jonge generatie Wit-Russen vind van het regime. Aan de ene kant is er ongelooflijk veel cynisme, er worden grappen gemaakt over de man met de snor, hij zou ontzettend dom zijn en dat maakt zijn dagelijkse speeches op de televisie tot entertainment. Aan de andere kant is er een tendens van er niet teveel over nadenken. De meeste Wit-Russen hebben hun handen vol aan het overleven, rondkomen en een baan vinden. En als ze een redelijke baan hebben, zullen ze niets riskeren om die te verliezen. En dat is volgens Vadimir de voornaamste reden dat een groot deel van de bevolking zijn mond houdt over het regime. Hij kent mensen die meededen aan protesten, en een week later zonder slag of stoot ontslagen werden.
Aan de andere kant zijn mensen tevreden met wat ze hebben. Ze kijken naar hun buurlanden die het kapitalisme hebben binnengelaten. Rusland, Oekraine, het is daar alleen maar slechter geworden voor de gewone man. Met Wit-Rusland zal dat niet gebeuren.
Nouja, ik probeer dus te begrijpen hoe het is om in een land te leven waar vrijheid een relatief begrip is, maar het is moeilijk. Wanneer je gewoon de dagelijkse dingen doet, over straat loopt, naar je werk gaat, in het park hangt, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Maar wil je meer dan dat leven, moet je altijd over je schouder kijken. Onafhankelijke media bestaan er niet, oppositiepartijen hebben per definitie geen kans van slagen. Er is één krant die vrij schrijft over politieke issues, die wordt net over de grens, in Litouwen of Rusland gedrukt of via het internet verspreid. Ik heb hem nog niet kunnen vinden, maar hij schijnt af en toe verkocht te worden in één van de metrostations, niemand weet wanneer en waar precies. En soms komt hij helemaal niet uit.
Ik ontdek steeds meer van dit soort underground-activiteiten naarmate ik hier langer ben. Zo nam Vadimir me mee naar de Grafiti. Het is een bar op de eerste verdieping van een studentencomplex, in een straatje ver ver weg. Van buiten zie je een wit betonnen flatgebouw. Als je het niet zou weten, zou je er aan voorbij lopen. Maar ik loop achter Vadimir aan naar binnen, twee deuren door, en dan plotseling komen de klanken van rockmuziek je tegemoet. In Grafiti treden ieder weekend band op. Bands die geen ander podium in de stad krijgen omdat ze in het Wit-russisch zingen (wat overigens lang een verboden taal was) en kritische teksten verkondigen. Eén van die bands is Rossi en die avond spelen ze. Hoewel ik er niets van kan verstaan, probeert Vadimir wat voor me te vertalen door de luide gitaarmuziek heen.
Ik vraag Vadimir of ze cd’s verkopen, hij weet het niet. Veel van die bands hebben hun muziek alleen op internet, of ze verspreiden illegale zelfgemaakte cd’s. In de winkels zul je ze niet vinden. In de pauze ga ik naar de backstage, en spreek met één van de langharige bandleden die een paar woordjes Engels brabbelt. Nee, cd’s kun je inderdaad niet kopen. Maar waar ik toch vandaan kom, en waarom ik in Minsk ben! Ik probeer uit te leggen dat ik geïnteresseerd ben in hun muziek, en voor ik het weet staat de manager voor mijn neus met een gebrand cd’tje. 'Skolko?' vraag ik, maar ik hoef niets te betalen. Om het echt rock ’n roll te maken, moet ik nog een shotje zelfgebrouwen wodka-spul met ze drinken. Ik nodig ze uit om in Utrecht te komen optreden. De gitarist twijfelt, de taalbarrière is te groot. ‘Onze muziek gaat om de teksten, ze zullen het daar niet begrijpen’. Ik beloof ze dat ik persoonlijk een vertaler zal zoeken en live ondertiteling bij hun songteksten zal regelen….
Ohja, waar ik mijn hoofd te ruste breng:
Donderdag moest ik mijn superchique sovjethotel verlaten. Door wat miscommunicatie met mijn to-be host Vinokourov, stelde Vadimir voor dat ik bij hem kwam logeren. Zijn flat ligt aan de rand van de stad, tussen honderden andere flatgebouwen die er allemaal hetzelfde uit zien. Beton op beton op beton. Warm water was wat een probleem, soms wel soms niet, en Vadimir heeft geen meubels. Een koelkast, een bed en een computer, dat is voor zijn leven voldoende. Ik slaap op een dekentje op de harde vloer, maar probeer mijn westerse verwendheid opzij te schuiven en er zelfs van te genieten.
De volgende dag vertelt Ira me dat haar broer, bij wie ze inwoont, de hele week weg is, en dat ik bij haar op de bank kan slapen. Ik vertel Vadimir dat het niet aan hem ligt, maar dat Ira een bank heeft waar ik mijn rug ernstig mee kan sparen.
Morgen check ik de nachttrein naar Kiev!!
Kussss voor allen in de regen daar
Met Ira spreek ik af bij Lido, een Litouws self-service restaurant. Ik heb geen idee hoe ik haar moet herkennen, maar ga rustig op het stoepje voor de ingang zitten en bestudeer mijn plattegrond. Dan krijg ik een sms-je. ‘Is it you with the map?’. Het is Ira, ze staat al een tijdje recht voor mijn neus. Ze heeft de Duitser Toby meegebracht en we gaan naar binnen om ons dienblaadje te vullen met heftige blini’s en vermayonaiseerde salades. Toby komt uit Bremen en is al een poosje in Minsk om aan het taleninstituut Russisch te leren. Ira werkt voor een bedrijf dat bouwplannen ontwikkelt voor steden in Venezuela. Omdat ze goed Spaans spreekt, leidt ze mannen in pakken uit het Zuid-Amerikaanse land rond wanneer die op bezoek komen in Belarus. Leuk politiek detail is dat het staatsbedrijf ook samenwerkt met een Iraans bedrijf. Ira is er lacherig sceptisch over: ‘we are all friends you know, only Cuba and North-Korea are missing’.
We eten en praten. Ira wil graag weten waarom ik Belarus bezoek en is vanaf het begin scherp in haar cynisme. De stereotypen over haar land wil ze snel ontkrachten. Ze heeft dit duidelijk eerder gedaan. Via CS en HC heeft ze vaker buitenlanders gehost, die allemaal dezelfde reden hebben voor hun komst naar Belarus. Omdat het de ‘laatste dictatuur van Europa’ zou zijn, en dat willen ze wel eens met eigen ogen zien. Ook ik kan weinig andere redenen bedenken voor mijn bezoek, maar probeer toch niet te veel te voldoen aan haar beeld van buitenlanders.
Dan ontmoeten we Vadimir, een vriend van Ira. Vad is een computerprogrammeur voor een ‘privat company’, zijn baas zit in de VS en hij werkt online aan scripts van iets zeer ingewikkelds. Met zijn allen vertrekken we met onbekende bestemming de stad in. Wat gaan we doen? ‘We’ll just walk somewhere’, schijnt de meest gebruikelijke omschrijving te zijn voor een avondje uit.
Er is weinig te doen in Minsk, en alles gaat er in een slakkentempo. We spreken meestal af bij een of ander metrostation, we lopen een half uur naar de dichtstbijzijnde supermarkt, we kopen een biertje, lopen een half uur naar het dichtstbijzijnde park, waar we gaan zitten op een bankje (en niet op de leuning of op de grond of op het gras, een neiging die voor mij moelijk te onderdrukken is).
Vadimir, Toby en ik zitten zodoende op één van de bankjes in het park. Vadimir vertelt over de verkiezingen van vorig jaar. Hij liep een avond mee in een demonstratie toen de politie de boel kwam opruien. Zijn sportleraar zou trots op hem zijn geweest, zo hard kon hij rennen toen de groep uiteen werd gedreven door politieagenten met stokken. Hij rende naar het huis van een vriend, waar hij met zijn vrienden wachtte tot de rust was teruggekeerd in de straten van Minsk. Hij lacht erom. Hij had die avond toch niets te doen, en vond het wel spannend. Maar echt gedreven is hij niet. ‘Het heeft toch geen zin om te demonstreren, de meerderheid zal altijd achter ‘our man’ staan’. De naam van de president valt overigens geen enkele keer in het openbaar. ‘Our man’, zo wordt meneer Loekashenko genoemd.
Het is moeilijk te vatten wat de jonge generatie Wit-Russen vind van het regime. Aan de ene kant is er ongelooflijk veel cynisme, er worden grappen gemaakt over de man met de snor, hij zou ontzettend dom zijn en dat maakt zijn dagelijkse speeches op de televisie tot entertainment. Aan de andere kant is er een tendens van er niet teveel over nadenken. De meeste Wit-Russen hebben hun handen vol aan het overleven, rondkomen en een baan vinden. En als ze een redelijke baan hebben, zullen ze niets riskeren om die te verliezen. En dat is volgens Vadimir de voornaamste reden dat een groot deel van de bevolking zijn mond houdt over het regime. Hij kent mensen die meededen aan protesten, en een week later zonder slag of stoot ontslagen werden.
Aan de andere kant zijn mensen tevreden met wat ze hebben. Ze kijken naar hun buurlanden die het kapitalisme hebben binnengelaten. Rusland, Oekraine, het is daar alleen maar slechter geworden voor de gewone man. Met Wit-Rusland zal dat niet gebeuren.
Nouja, ik probeer dus te begrijpen hoe het is om in een land te leven waar vrijheid een relatief begrip is, maar het is moeilijk. Wanneer je gewoon de dagelijkse dingen doet, over straat loopt, naar je werk gaat, in het park hangt, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Maar wil je meer dan dat leven, moet je altijd over je schouder kijken. Onafhankelijke media bestaan er niet, oppositiepartijen hebben per definitie geen kans van slagen. Er is één krant die vrij schrijft over politieke issues, die wordt net over de grens, in Litouwen of Rusland gedrukt of via het internet verspreid. Ik heb hem nog niet kunnen vinden, maar hij schijnt af en toe verkocht te worden in één van de metrostations, niemand weet wanneer en waar precies. En soms komt hij helemaal niet uit.
Ik ontdek steeds meer van dit soort underground-activiteiten naarmate ik hier langer ben. Zo nam Vadimir me mee naar de Grafiti. Het is een bar op de eerste verdieping van een studentencomplex, in een straatje ver ver weg. Van buiten zie je een wit betonnen flatgebouw. Als je het niet zou weten, zou je er aan voorbij lopen. Maar ik loop achter Vadimir aan naar binnen, twee deuren door, en dan plotseling komen de klanken van rockmuziek je tegemoet. In Grafiti treden ieder weekend band op. Bands die geen ander podium in de stad krijgen omdat ze in het Wit-russisch zingen (wat overigens lang een verboden taal was) en kritische teksten verkondigen. Eén van die bands is Rossi en die avond spelen ze. Hoewel ik er niets van kan verstaan, probeert Vadimir wat voor me te vertalen door de luide gitaarmuziek heen.
Ik vraag Vadimir of ze cd’s verkopen, hij weet het niet. Veel van die bands hebben hun muziek alleen op internet, of ze verspreiden illegale zelfgemaakte cd’s. In de winkels zul je ze niet vinden. In de pauze ga ik naar de backstage, en spreek met één van de langharige bandleden die een paar woordjes Engels brabbelt. Nee, cd’s kun je inderdaad niet kopen. Maar waar ik toch vandaan kom, en waarom ik in Minsk ben! Ik probeer uit te leggen dat ik geïnteresseerd ben in hun muziek, en voor ik het weet staat de manager voor mijn neus met een gebrand cd’tje. 'Skolko?' vraag ik, maar ik hoef niets te betalen. Om het echt rock ’n roll te maken, moet ik nog een shotje zelfgebrouwen wodka-spul met ze drinken. Ik nodig ze uit om in Utrecht te komen optreden. De gitarist twijfelt, de taalbarrière is te groot. ‘Onze muziek gaat om de teksten, ze zullen het daar niet begrijpen’. Ik beloof ze dat ik persoonlijk een vertaler zal zoeken en live ondertiteling bij hun songteksten zal regelen….
Ohja, waar ik mijn hoofd te ruste breng:
Donderdag moest ik mijn superchique sovjethotel verlaten. Door wat miscommunicatie met mijn to-be host Vinokourov, stelde Vadimir voor dat ik bij hem kwam logeren. Zijn flat ligt aan de rand van de stad, tussen honderden andere flatgebouwen die er allemaal hetzelfde uit zien. Beton op beton op beton. Warm water was wat een probleem, soms wel soms niet, en Vadimir heeft geen meubels. Een koelkast, een bed en een computer, dat is voor zijn leven voldoende. Ik slaap op een dekentje op de harde vloer, maar probeer mijn westerse verwendheid opzij te schuiven en er zelfs van te genieten.
De volgende dag vertelt Ira me dat haar broer, bij wie ze inwoont, de hele week weg is, en dat ik bij haar op de bank kan slapen. Ik vertel Vadimir dat het niet aan hem ligt, maar dat Ira een bank heeft waar ik mijn rug ernstig mee kan sparen.
Morgen check ik de nachttrein naar Kiev!!
Kussss voor allen in de regen daar
-
20 Augustus 2007 - 14:31
Arjan:
Leuk om van je te horen, het klinkt wel als het avontuur waar je naar op zoek was. Met alle politieke gevoeligheden e.d. Pas goed op jezelf!
Do svidanja,
Arjan -
20 Augustus 2007 - 16:03
Bram:
Lief,
Wanneer komt het boek uit? Ik zit nu al aan het beeldscherm gekluisterd! Goede teksten!
Geniet en doe voorzichtig!
dikke kus,
bram -
21 Augustus 2007 - 09:49
Carlijn:
hee stoer wijf! Vind het weer helemaal top wat je daar allemaal aan het doen bent, je blog leest als een spannend boek, kan net als Bram niet wachten tot het uitkomt. Veel plezier nog de laatste week en tot snel Kus -
21 Augustus 2007 - 15:37
Annig:
Dag lieverd,
wat een heerlijke verhalen! Ik ben de afgelopen tijd afgesloten geweest van internet (mijn lieve laptop-kind is dood :(), maar inmiddels heb ik al je avonturen gelezen. Zelf ben ik vooral bezig met nerden op de UvA. Ook lekker.
Geniet wijf!
liefs -
22 Augustus 2007 - 12:55
Tycho:
Wauw Mitra, dit is echt de manier om achter de verhalen van de mensen te komen en het land (proberen) te doorgronden! Super tof en heel erg interessant. Leuk om dit alles te lezen. Schrijf door en geniet! Ciao -
29 Augustus 2007 - 17:10
Maaike:
Voor 800 zloty's [oh nee, 200 euroooo's] kun je je verhaal uit laten geven! :) Hardcover of pocket...
Spannende verhalen joh, ik vind jou zo stoer!
Gr.X.Maaike -
02 Augustus 2014 - 12:57
Willem De Groot:
Bovengenoemde Vadim is net getrouwd met een prachtige dame! Hij had ons uitgenodigd op zijn huwelijksfeest, waar non-stop YMCA werd gedraaid. Een populair huwelijksnummer in het homo-onvriendelijke Minsk, zo blijkt. Weten zij veel, de bijbehorende videoclip is er natuurlijk nooit op tv geweest.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley